UA-71536732-1
U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

Einheiraten en naamsverlies

Een in het Münsterland (maar ook daarbuiten) voorkomend verschijnsel is het zogenaamde ‘einheiraten’, waarbij een man introuwde op een boerderij en daarbij de naam aan de boerderij (en dus van zijn vrouw) aannam in plaats van zijn eigen familienaam te blijven gebruiken. Dit gebruik bleef tot in het midden van de negentiende eeuw in zwang.

Een belangrijke reden waarom dit verschijnsel in het Münsterland relatief veel voorkwam was het Westfaalse erfrecht: In principe werd de nalatenschap niet verdeeld, en voor ouders was het vooruitzicht om de boerderij aan een dochter na te laten aantrekkelijk omdat zij dan te maken kregen met een eigen dochter die de scepter in het huis zwaaide (terwijl de man aan het werk was), wat veel aantrekkelijker was dan de aanwezigheid van een ‘vreemde’ schoondochter. Hierdoor vererfden boerderijen vaak op dochters, ook als er mogelijke mannelijke erfgenamen waren. Zonen die niets erfden konden zichzelf vrijkopen en ergens anders introuwen (en een gezin stichten) of bleven als vrijgezel ('ledige Leute') op de boerderij werkzaam.

Einheiraten maakt het samenstellen van een genealogie moeilijk. Het kon gebeuren dat een man die was ingetrouwd op een boerderij en de naam van zijn vrouw had aangenomen na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde en kinderen kreeg, van wie er één vervolgens weer de boerderij erfde en de naam voortzette. Op deze manier werd de naam gecontinueerd, zonder dat er sprake was van ook maar enige bloedverwantschap tussen de opeenvolgende generaties.

In de Delsman-genealogie komen we het verschijnsel van ‘einheiraten’ op verschillende momenten tegen. Albert zum Hülsbusch uit Ottmarsbocholt trouwde rond 1450 in op de Delsman-boerderij en noemde zich vanaf dat moment Albert zu Delsing. Evert Gilmann van de Niesinghove uit Hiltrup trouwde in 1660 met Gertrudis Delsman en noemde zich vanaf dat moment Evert Delsman. Toen in 1886 Carl Joseph Adolf Schulze Holsen op de Delsman-boerderij introuwde noemde hij zich een tijdlang Schulze Holsen genannt Delsmann. Uiteindelijk verdween de toevoeging Delsmann waardoor de boerderij eind negentiende eeuw de naam Holsen kreeg die ook nu nog bestaat. Een gevelsteen boven de poort herinnert nog aan de oude naam.

Er waren ook Delsmannen die zelf introuwden op een andere boerderij en daarvan de naam aannamen. Joannes Henricus Delsman (1724-1792) trouwde met Anna Elisabeth Brüneman uit Herbern, hun kinderen noemden zich Delsman genannt Brüneman en later gewoon Brünemann. Joannes Bernardus Delsmann (1806-1859) trouwde met Maria Catharina Wittkamp genannt Frey (zelf dus ook van oorsprong geen ‘echte’ Frey!) uit Bockum-Hövell, hun kinderen noemden zich vervolgens Delsmann genannt Frey. Een aantal nakomelingen noemde zich vanaf het einde van de negentiende eeuw Frey, terwijl anderen met de verkoop van de Frey-boerderij in 1987 en de verhuizing naar Südkirchen weer de naam Delsmann gingen voeren.

Cookie-beleid

Deze site maakt gebruik van cookies om informatie op uw computer op te slaan.

Gaat u akkoord?