UA-71536732-1
U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

Ascheberg

Vóór de kerstening van het Münsterland, die begon met de overwinning van Karel de Grote op de Saksiche legeraanvoerder (hertog) Widukind, bestonden er in het Münsterland vrijwel geen steden en dorpen. De bebouwing kenmerkte zich door zeer verspreid liggende boerderijen, die zich op basis van elkaars nabijheid hadden 'georganiseerd' (van een formele organisatie was nog geen sprake) in zogenaamde 'Bauerschaften' (vergelijk de Nederlandse buurtschappen). Iedere Bauerschaft had een Oberhof, veelal de oudste boerderij, de overige boerderijen binnen de Bauerschaft waren vaak ontstaan als afsplitsingen van deze Oberhof. De Saksen hadden het gebied ingedeeld in 5 gouwen (Latijn: pagi): de Dreingau, de Stevergau, de Scopingau, Bursibant en Hamaland. Iedere gouw bestond uit een aantal Bauerschaften. 

De Saksen kenden een standenmaatschappij met edelen, vrije boeren en lijfeigenen (slaven). Van een centraal gezag was geen sprake, en evenmin van een vast leger. In tijden van oorlog of ander onheil verzamelden de boeren zich en namen daarbij hun gereedschappen mee om mee te vechten. Zo wordt de naam 'falen' (als in Westfalen) verklaard als een krom landbouwgereedschap. De titel 'hertog' voor de legeraanvoerder Widukind moet letterlijk worden genomen: 'heer' (=leger) en 'toog' (=leider); hij kwam weliswaar uit een adellijke familie maar moet zeker niet als permanente leider van de Saksen worden gezien.

Het gebied waar zich nu de gemeente Ascheberg bevindt behoorde tot de Dreingau. 

De eerste vermelding van Ascheberg is rond het jaar 900, als 'Ascesberge'. Het eerste deel van de naam is vermoedelijk afgeleid van het oud-hoogduitse woord 'Askin', dat 'es' betekent, het tweede deel van de naam slaat niet op een berg maar op een burcht, een versterkte woning. De betekenis van Ascheberg is derhalve 'burcht, omgeven door essen'. Omdat er ook een adellijk geslacht Von Ascheberg leefde (in 1243 wordt een Miles Godefridus de Ascheberg vermeld, miles=ridder) ligt het voor de hand te veronderstellen dat dit zijn naam aan de (inmiddels niet meer bestaande) burcht ontleende en de grond bezat waarop later het dorp is ontstaan. Andere grondbezitters waren het klooster Werden (9e eeuw), het klooster Rastede (in 'Asschinberghen'(1123), zie ook Hüninghöfer) en de bisschop van Münster.

De kerkelijke gemeente gaat vermoedelijk tot de tijd van Liudger terug (rond 800) en wordt in 1022 voor het eerst genoemd: 'Eccelesia Ascasbergh'. In dat jaar is er sprake van 24 boerderijen uit Ascheberg die door de pastoor zullen worden overgedragen aan de kerkelijke gemeente Capelle, iets dat uiteindelijk niet doorgaat. Helaas kennen we de namen van de 24 boerderijen niet. We kennen wel de namen van de 29 boerderijen die tot in de 15e eeuw in Ascheberg bekend zijn. Het kleine verschil tussen het aantal van 24 in 1022 en dat van 29 in een latere periode doet vermoeden dat een deel van de boerderijen uit de 15e eeuw ook al in de 11e eeuw moet hebben bestaan. De Delsman-boerderij maakte deel uit van de 29.

Het oorspronkelijke Ascheberg (d.w.z. zonder de dorpskern Herbern die pas in 1975 deel ging uitmaken van de nieuwe gemeente Ascheberg) bestond traditioneel uit een aantal delen. Naast de twee dorpskernen, de Dorfbauerschaft Ascheberg en de Freiheit Davensberg, werd het merendeel van het oppervlakte gevormd door de eerder genoemde Bauerschaften, groepen van ca. 15 tot 40 huizen. Ascheberg kent - naast de Dorfbauerschaft - vijf van zulke Bauerschaften: de Nordbauerschaft, de Osterbauerschaft, de Westerbauerschaft, de Hegener Bauerschaft en de Lütke Bauerschaft (ten zuiden van het dorp). De Lütke Bauerschaft was met 15 huizen (in 1769) de kleinste Bauerschaft (Lütke betekent 'klein', vergelijk 'little' in het Engels en 'Lutje' zoals in Lutjebroek in het Nederlands), de Dorfbauerschaft met 60 huizen de grootste.

Onder 'huizen' konden verschillende zaken worden verstaan. Er was een onderscheid tussen zogenaamde 'Freye Häuser' en 'Schatzbare Häuser'. Freye Häuser hoefden geen belasting te betalen. Hieronder vielen alle geestelijke bezittingen en de adellijke huizen in Ascheberg, t.w. Haus von Bevernvörde, Haus Haselburg, Haus Romberg, Haus Westerhaus, Haus Wißing en Haus Byink.

De 'Schatzbare Häuser' waren wel belastingplichtig. Deze waren onderverdeeld in volle erven, halve erven, kwart erven, Kötter en Brinksitzer. Kötter (vergelijk het Nederlandse 'keuter' zoals in keuterboer) waren kleine boerderijtjes, Brinksitzer waren geen zelfstandige boerderijen maar huizen die op het erf van een andere boerderij waren gebouwd.

In totaal waren er in Ascheberg 6 adellijke huizen, 3 geestelijke bezittingen, 8 volle erven, 37 halve erven, 43 kwart erven, 28 Kötter en 101 Brinksitzer.

Tot 1802 maakte Ascheberg deel uit van het Fürstbistum MünsterAmt Werne (historisch)Gogericht Davensberg, met uitzondering van de Osterbauerschaft die deel uitmaakte van het Gericht Wolbeck. Tussen 1802-1806 viel Ascheberg onder het pruissische Erbfürstentum MünsterKreis Lüdinghausen. Tussen 1807 en 1813 was het een deel van het Kaiserreich FrankreichGroßherzogtum BergRuhrdepartementArrondissement Dortmund, tussen 1813 en 1815 van het Preußisches Gouvernement Weser-Rhein. Het grootste deel van de 19e en een deel van de 20e eeuw (1815-1946) maakt het deel uit van de Pruisische Provinz WestfalenRegierungsbezirk Münster, Kreis LüdinghausenAmt Ascheberg,. Vanaf 1946 is Ascheberg onderdeel van het Land Nordrhein-Westfalen, Regierungsbezirk Münster, Kreis Lüdinghausen, (vanaf 1975 Kreis Coesfeld).

De kerk is gewijd aan de heilige Lambertus en dateert uit het jaar 1524. Het koor is uit 1740 en in 1909-1910 is de oude stompe toren door een spitse vervangen.

Afbeeldingsgalerie

Cookie-beleid

Deze site maakt gebruik van cookies om informatie op uw computer op te slaan.

Gaat u akkoord?