Nederland
De Delsmannen in Nederland stammen af van Jan (Johannes Henricus) en Gerardus Wilhelmus Delsman, halfbroers en beiden zoon van Johannes Bernardus Delsman (1741-1794). Johannes Bernardus was drie keer gehuwd, Jan stamde uit het eerste huwelijk met Agnes Börgers, Gerardus uit het tweede met Anna Maria Uhlenbrock. Jan was in 1776 in Ascheberg geboren. Na het overlijden van zijn eerste vrouw verhuisde vader Johannes Bernardus met zijn jonge zoon van Ascheberg naar het nabijgelegen Nordkirchen, waar in 1779 een dochter en in 1781 Gerardus werd geboren.
Nadat ook zijn tweede vrouw was overleden huwde vader Johannes Bernardus voor de derde keer, uit welk huwelijk nog drie zonen werden geboren. Ook de derde echtgenote overleed jong, een jaar later gevolgd door Johannes Bernardus zelf. Vermoedelijk besloten de 18-jarige Jan en de 13-jarige Gerardus, nu hun vader was overleden en hun enige familie bestond uit drie zeer jonge halfbroers, hun geluk elders te beproeven.
Het waren woelige tijden in Europa. Eind 1794 waren de Franse troepen de Nederlanden binnengetrokken. Het huis van Oranje was verjaagd en de mensen dansten om de vrijheidsboom. Of men zich hiervan in het rustige Westfalen bewust was weten we niet. De Nederlanden hadden al van oudsher een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op mensen die om godsdienstige of economische redenen hun eigen land moesten verlaten: Portugese Joden, Antwerpse protestanten, Franse Hugenoten en Westfaalse seizoensarbeiders (‘hannekemaaiers’). In die zin was de komst van de twee kleermakerszonen naar de Nederlanden geen opzienbarende gebeurtenis.
Voor henzelf, en dan met name voor Jan, vermoedelijk des te meer. Waar Gerard zich vestigde in de relatieve rust van het dorpje Zegwaard (tegenwoordig een deel van Zoetermeer), koos Jan zijn domicilie in Amsterdam. Bij zijn huwelijk in 1804 woonde hij in de Nes, op de hoek met de Langebrugsteeg.
We kunnen slechts gissen naar contacten tussen de beide broers na hun vestiging in Nederland. Gerardus, die zich in die tijd om onduidelijke redenen ook wel Henricus noemde, wordt - tezamen met zijn eerste vrouw - genoemd als getuige bij de doop van een van de kinderen (Henricus) van Jan en zijn vrouw Anna Maria Stork. We kunnen slechts vermoeden dat door de zorg voor hun beider gezinnen en de – zeker in die tijd – grote afstand tussen Zegwaard en Amsterdam – het contact daarna verloren is gegaan. Ook de banden met de oude omgeving verdwenen snel. Opvallend is dat de oude gewoonte om de familienamen door te geven werd losgelaten: de traditionele vooraam Bernard, die in de Duitse en Amerikaanse takken van de familie nog tot op heden wordt gebruikt, verdween in Nederland vrijwel volledig. En waar Gerardus met een rooms-katholieke vrouw trouwde (Anna Maria van Adrichem) huwde Jan een hervormde vrouw (Anna Maria Stork) en werden de kinderen, hoewel nog wel katholiek gedoopt, protestants opgevoed. Vanaf dat moment kunnen we in Nederland ook van een katholieke tak Delsman en een protestantse tak Delsman spreken.
Tot het einde van de negentiende eeuw is er sprake van een redelijk bescheiden en overzichtelijke groei van de familie in Nederland. De eerste Nederlandse Delsman (Matthias) werd in 1806 in Amsterdam geboren, in 1900 telde Nederland .. Delsmannen. De nakomelingen van Jan bleven redelijk honkvast en woonden allen op dat moment nog in Amsterdam, pas in …. verhuisde een Delsman naar een woonplaats buiten Amsterdam. De nakomelingen van Gerardus waren beduidend mobieler: midden negentiende eeuw verhuisde het merendeel van Zegwaard naar Stompwijk en Veur (tegenwoordig beide behorend tot Leidschendam), van waaruit een verdere verspreiding over de provincie Zuid-Holland (Den Haag, Rotterdam, Gouda) plaatsvond. De wereld was in die tijd simpel: de Delsmannen in Zuid-Holland waren katholiek, die in Amsterdam protestants (voor het grootste deel evangelisch-luthers, nadat de tweede zoon van Jan, Henricus (1808-1895), met een lutherse vrouw was getrouwd).
Hoe verging het de stamvaders van de Nederlandse tak, Jan en Gerardus, verder ? Beiden oefenden het beroep van hun vader, kleermaker uit. Jan trouwde in 1804 met Anna Maria Stork, dochter van Harmanus Stork en Johanna Derjeu. Anna Maria was vermoedelijk een stuk volkser dan Jan. Ze was geboren in , een beruchte steeg in Amsterdam, kon haar naam niet schrijven en was van beroep ‘mangelhoudster’. Van een gelukkig huwelijk was vermoedelijk geen sprake: toen Jan op 16 februari 1835 in Amsterdam overleed, werd hij vermeld als ‘weduwnaar’, terwijl Anna Maria pas een half jaar later, op 24 oktober 1835, overleed. Vermoedelijk leefden de twee op dat moment gescheiden van elkaar. Uit het huwelijk tussen Jan en Anna Maria werden vijf kinderen geboren: Matthias (1806, doodgeboren), Henricus (1808-1895), Christina (1810-1813), Ludovicus (1815-1877) en Johannes Hendricus (1819-1890). Henricus, Ludovicus en Johannes Hendricus huwden alle drie. Ludovicus verloor in 1859 binnen twee dagen zijn vrouw en twee jonge zonen aan de ….. Van zowel Henricus als Johannes Hendricus zijn nog nakomelingen in leven. Door het huwelijk met een lutherse vrouw (Wilhelmina van den Broek) werden de kinderen van Henricus luthers opgevoed, die van van Johannes Hendricus werden nederlands-hervormd opgevoed. Voor het gemak hebben we het over de lutherse tak en de hervormde tak in Nederland.
Gerardus bleef vrijwel zijn hele leven in Zegwaard wonen. Na het overlijden van zijn eerste vrouw, Anna Maria van Adrichem in 1825, hertrouwde hij in 1826 met Agneta Daalhuijsen. Bij die gelegenheid was er nog een teken uit Westfalen: de pastoor van Nordkirchen, Joseph Schwane, verklaarde per brief dat ouders en grootouders van Gerardus overleden waren. Uit het eerste huwelijk sproten acht kinderen, van wie er drie volwassen werden, uit het tweede zes van wie er vier volwassen werden. Na het overlijden van Agneta Daalhuijsen in 1840 verhuisde Gerardus naar Alkmaar, waar zijn dochter Maria in 1842 met Johannes de Groot was getrouwd. Gerardus overleed in 1852 op 71-jarige leeftijd in Alkmaar. Nakomelingen stammen af van zijn zonen Albertus (1819-1901) en Hendricus (1834-1869). Voor het gemak hebben we het over de katholieke tak in Nederland.
Op dit moment wonen er Delsmannen verspreid over heel Nederland, met een duidelijke concentratie in Zuid-Holland en Amsterdam. De ‘oude’ scheidslijn Zuid-Holland/rooms-katholiek vs. Amsterdam/protestants is beduidend minder sterk geworden: een groot deel van de in Zuid-Holland woonachtige Delsmannen is afkomstig uit de ‘Amsterdamse’ tak.
In de onderstaande kaarten wordt de verspreiding van Delsmannen over Nederland weergegeven. De eerste kaart geeft de situatie van eind negentiende eeuw weer, de tweede kaart die van eind twintigste eeuw.